
Ximena Alarcon Seguel is een bijzondere bewoonster van ons eiland. Ze is geboren in Chili en moest vluchten na de coup van Pinochet in september 1973. Via Barcelona en Duitsland kwam ze in Nederland terecht en belandde ze uiteindelijk op het KNSM eiland. Ze heeft gewerkt als tandarts en haar man Alex was hoogleraar politicologie aan de UvA. Het is inmiddels lang geleden, maar wij zijn benieuwd naar haar verhaal. Wat gebeurt er met iemand die huis en haard gedwongen moet verlaten?
Wij spreken Ximena in haar huis in de Venetiëstraat met uitzicht op het Amsterdam-Rijnkanaal. Onder het genot van een kopje thee beginnen wij haar te bevragen.
Het blijkt dat Ximena niet direct na de coup is gevlucht. Ze vertelt dat ze in Valparaiso, waar ze studeerde, zat te wachten op haar diploma voor tandarts. Dit diploma moest namelijk nog goedgekeurd worden door de militaire politie.
Het was duidelijk dat haar familie in de gaten werd gehouden; haar vader was een vriend van Allende, zij hadden samen de socialistische partij opgericht. ‘Ik zat persoonlijk op dat moment nog niet in de problemen, ik stond niet hoog op de lijst’, vertelt ze. Maar meteen na de coup heeft ze een paspoort aangevraagd dat ze na een maand kreeg. Dat was november 1973. Ze had dus een paspoort – tijdens het gesprek blijkt steeds hoe belangrijk dat paspoort was – en ze kon dus het land verlaten als dat nodig was.
Haar familie zat al wel in de problemen. Een van haar broers is meteen naar de Nederlandse Ambassade gevlucht en vervolgens naar Nederland. Haar andere broer werd op straat opgepakt door de politieke politie. Omdat er direct na de coup een reisverbod was ingesteld, kon Ximena niet naar haar ouders in Temuco (850 kilometer ten zuiden van Valparaiso) om hun dit te vertellen. Pas toen het reisverbod na een maand opgeheven was, kon ze naar hen toe. Haar vader had een voorgevoel, hij had het zien aankomen. Haar broer heeft 23 maanden gevangen gezeten. ‘Met alle gevolgen van dien’, voegt Ximena eraan toe.

‘Op de dag van de coup had ik een enorm probleem. Ik zat in Valparaiso in een pension in een fantastische rijke buurt, tegenover een politiebureau. En een week eerder hadden ze mijn identiteitsbewijs in een bus gestolen. Dus: ik kon de deur niet uit, want iedereen werd gecontroleerd. Ze kijken naar je en het is: u kunt door, of u moet mee. Maar ik wist hoe ze keken, dus ik kleedde me zoals zij vonden dat ik eruit moest zien, als een “goed” mens: mantelpakje, korte rok, panty, hoge hakken. Goedemorgen juffrouw, goedemorgen meneer, de zon schijnt, ja, inderdaad, lekker hè (ze lacht). Goed, u kunt door.’
Zo ging ik naar Alex toe.’
En wat nu?
‘Ik kon in die outfit geen tas met kleren meenemen. Dus twee dagen later dacht ik, ik moet naar mijn pension om kleren te halen en kijken wat het beste is om te doen. Ik had toen een heel rechtse vriendin, een klasgenoot, rechts, maar toch een vriendin. Haar ouders waren rechts, en ik mocht daar komen. Het was een onbekend adres, dat niet in de gaten werd gehouden. Daar ben ik gebleven tot de dag waarop ik mijn diploma kreeg. Meteen daarna hebben mijn vriendin met nog een klasgenoot, haar moeder en een tante, mij naar het vliegveld gebracht.’
Tweede vlucht
Ximena vluchtte in januari 1974 naar Barcelona. Haar man Alex had een beurs gekregen van de Ford Foundation in Barcelona. Maar omdat hij meteen na de coup gevlucht was naar de Nederlandse Ambassade en van daaruit naar Nederland, kon hij niet van deze beurs gebruik maken. Ximena is het gelukt om deze tickets toch te gebruiken. Toen zij in Barcelona aangekomen was heeft Alex zich bij haar gevoegd met een in Nederland verkregen speciaal paspoort voor buitenlanders. ‘Een fout paspoort, maar aan de andere kant goed’, vertelt ze. Fout omdat men bij beroep ‘student’ had gezet, hoewel Alex socioloog was, verbonden aan de FLACSO (Latin American Faculty of Social Studies).
Maar in Spanje konden ze niet blijven vanwege de dictatuur van Franco. Toen Ximena haar paspoort ging terughalen bij de politie – ze had het moeten inleveren om papieren te regelen – zei de politieagent, ‘waarschijnlijk een Catalaan’, voegt ze eraan toe, ‘jullie moeten opschieten, jullie staan op de lijst om gedeporteerd te worden. Toen hebben we vliegensvlug overlegd met een collega van Alex die al in Duitsland was. Hij heeft een cursus plus verblijfsvergunning voor zes weken voor ons geregeld. Daar zijn we naar toe gegaan zonder zicht op wat er zou gebeuren. Je moet weg, je gaat weg.’
Maar toen ging haar broer die al in Nederland was, trouwen.
Ximena: ‘Ik zeg tegen Alex, ik ga, ik heb een paspoort. Ja, zei hij, maar je hebt geen visum. Niks aan de hand, zeg ik. Ik heb een paspoort, ik ga. Er kan me niets gebeuren, niets ernstigs in elk geval. Ik heb een paspoort, ik kan me wel wat permitteren.’ Dus neemt Ximena de trein naar Nederland. In Arnhem stond haar broer haar op te wachten met een sociaal werker. Ze gingen direct naar de vreemdelingenpolitie. De sociale werker heeft geregeld dat ze kon blijven. Volgens de sociaal werker was ze vluchteling. ‘Prima’, zegt Ximena, ‘Ik was vrij. Ik kon terecht in een pension in Rheden, een dorp vlakbij Arnhem. Ik heb daar twee, drie weken in mijn eentje gezeten. Want ik moest nog regelen dat Alex ook kon komen. Na veel gedoe lukte dat. Hij kwam hier en toen hij hier was, zeiden we, nu blijven we hier. Godzijdank waren we heel jong, 26, we hadden geluk.’
‘Rheden is een klein dorp, een grote hel’, zegt Ximena. ‘Wij woonden samen met een paar andere Chileense vluchtelingen en wat gastarbeiders in een pension, we waren de enige buitenlanders in het dorp.’
Op een gegeven moment vond de sociale dienst dat ze beter naar Amsterdam konden gaan, omdat daar meer mogelijkheden waren voor Alex om werk te vinden. Dus na drie weken gingen ze naar Amsterdam. Ze kwamen eerst terecht in een hotel aan de Prins Hendrikkade. Ximena: ‘We hadden een kamer, een bed, een deur met een slot. (lacht) Dat was het belangrijkste. We hadden eten. Als Alex de deur uit moest zei hij tegen mij, vergeet niet de deur op slot te doen. In een hotel gebeurt van alles, van alles.’
En toen?
‘We snapten nog niets van het leven hier. Toen konden we een flat in de Bijlmer huren. Een driekamerflat. Fantastisch. Geen luxe. De Nederlanders vonden het luxueus, warm water, voor mij was het gewoon. Maar goed, we hadden een huis. In die tijd was het goed wonen daar, progressieve mensen die van de natuur en mensen houden. Maar wij waren blijkbaar raar, het was moeilijk om contact te krijgen. Behalve met een vrouw die lerares en sociaal werkster was, zij werd een vriendin en is dat nog steeds. En verder hadden we nog contact met een echtpaar dat een zoon had verloren.
Wij hebben daar ruim vijf jaar gewoond en kregen er twee kinderen. Helaas veranderde de Bijlmer enorm door de immigratie. We wilden weg. Toen kregen we een flat in Nellestein, vlakbij metrostation Gaasperplas. Een enorme vooruitgang, rust en natuur, geen auto’s. Fantastisch, tot de metro vol zat met immigranten. Het was niet veilig meer voor de kinderen die ’s winters na vier uur van school uit de stad kwamen. Op een bepaald moment gingen we met groepjes in de metro naar huis. Het begon steeds onveiliger te voelen.’

Jullie zijn wel aan het werk gegaan
‘Ja, Alex begon eerst op de VU. Daarna kwam hij bij de UvA, bij Antropologie, en hij kreeg zijn eerste vaste contract bij de faculteit sociologie van de UvA. Uiteindelijk kwam hij terecht bij politicologie.’
Jij hebt ook gewerkt, je bent opgeleid als tandarts
‘Ik ben begonnen bij een ziekenfondspraktijk in Amsterdam Oost, aan de Polderweg. Onder supervisie van een chef de clinique, omdat mijn tandartsdiploma hier nog niet erkend was. Op aandringen van een oudere collega uit Chili die zijn erkenning al had geregeld, heb ik ook mijn erkenning aangevraagd en gekregen. Dat heeft veel voeten in de aarde gehad.’ Na de opheffing van het ziekenfonds kan zij dan ook samen met een collega een eigen praktijk beginnen.
KNSM-eiland
Na de Bijlmer en de Gaasperplas zijn ze uiteindelijk hier op het eiland komen wonen in 1993. Ze hadden ingetekend op de woningen aan de Venetiëstraat. Vanwege de vele bezwaren ging de bouw daarvan aanvankelijk niet door, daarom kochten ze als tweede keus een appartement in Socrates, dat veel eerder klaar was. Toen de bouw van de parels uiteindelijk toch doorging, hebben ze daar een woning gekocht. Dat bevalt nog steeds goed, al worden de vele trappen toch steeds meer een beangstigend vooruitzicht.
Mei 2025