Verhaal van ‘Kanis & Meiland’
Tekst Peter Nieuwstraten
Dinsdag 22 februari 2022 had ik een gesprek met Cees Reus, vier weken voor de overdracht van de Kanis aan de nieuwe eigenaren.
Op mijn vraag waarom hij er nu mee ophoudt noemt hij verschillende redenen. Na 27 jaar vindt hij het wel mooi geweest. Het waren tropenjaren. Vanaf ’s ochtends negen uur tot ’s avonds laat open gaat je niet in de koude kleren zitten. Ontbijt, lunch, borrel, diner en de late borrel. Daar komt bij dat zijn oude vennoten hun geld terug willen hebben, zijn staf na corona weer met opleidingen begonnen zijn, en zich belangstellenden melden om de Kanis over te nemen. Alles kwam op dit moment bij elkaar. Daarnaast blijkt ook zijn schip aan de Javakade en de dekschuit ernaast hard aan een stevige onderhoudsbeurt toe te zijn. Daar gaat hij het komende jaar zijn tijd in steken. Verder ziet hij wel wat er op zijn pad komt.
Op 5 mei 1995 ging de Kanis open. Vanaf zijn achttiende is Cees, naast zijn studie economie/politicologie, werkzaam in de horeca. Later heeft zelf een paar cafés gehad. Volgens eigen zeggen om zijn eigen biertjes te kunnen drinken en muziek te draaien. Hij had aan het einde van de jaren tachtig een bedrijf dat de isolatie van cafés en uitgaansgelegenheden deed, zoals de Escape en Casablanca. Dat betekende eerst metingen doen en daarna de zaak isoleren. Ze kwamen dan ’s ochtends om acht uur bij elkaar om de dag te beginnen in de koffieshop (koffie en broodjes, zegt Cees) in het pand naast de botenloods op het KNSM-eiland. Het was in de tijd dat de stadsnomaden hier zaten: Engelsen met de alcohol, Ieren die koperdraad losbranden, Italianen die in drugs deden en in de loodsen woonden (de Sardientjes).(Zie hiervoor ook Geert Mak: Het Eiland.) Het was een enorme zooi. Er vielen doden. Toen is de zaak ontruimd. Zo kwam hij in aanraking met het KNSM-eiland.
In die periode werd het eiland volgebouwd en werd ook het gebouw Piraeus neergezet. Met geld van De Key werd ook de toekomstige Kanis geïsoleerd door het bedrijf van Cees. Vol trots laat Cees zien hoe de wanden en het plafond (75 cm dik) geïsoleerd zijn. De dunne pilaren werden de forse pilaren die er nu staan. Aan de pui werden pluggen bevestigd zodat de zaak kon bewegen. Allemaal om niet al te harde muziek te kunnen maken, zodat de buren geen overlast zouden hebben. Halverwege de bouw zagen Cees c.s. het niet meer zitten. Na een advertentie in de Telegraaf werd het café voor 80.000 gulden te koop aan geboden. Toen daar geen reactie op kwam is Cees er met een aantal vennoten toch ingedoken. Op 5 mei 1995 ging de Kanis open.
Op de vraag of er een filosofie achter de Kanis zit geeft Cees aan dat het hem vooral om de sfeer gaat: de aankleding met tweedehands stoelen, veel hout, een grote tafel met kranten, de bootjes (uit een advertentie in de ViaVia, gemaakt op de Seychellen), het grote terras en het schitterende uitzicht als kers op de taart. Iedereen moet welkom zijn, de geflopte student, de architect, de automonteur, de botenbewoners, oud en jong, en met elkaar aan de praat raken. Een biljard stond er (staat sinds 2004 in de Kompaszaal), een flipperkast en een sigarettenautomaat. Met smaak vertelt Cees dat de dubbeltjes en kwartjes die in die tijd op de pakjes sigaretten geplakt zaten als wisselgeld door de kopers op het plafond boven de bar gegooid werden. Eén keer per jaar werd het geld er vanaf gehaald en kocht Cees planten voor in het café. Dat werd een running gag.
De naam van de Kanis is bij toeval ontstaan. Een van de dames die bij de Kanis zou gaan werken, zei tegen haar baas dat ze ging werken op het KNSM-eiland, waarop deze dacht dat de naam Kanis & Meiland was, een dubbele naam waarvan er in die tijd wel meer voorkwamen. Deze verbastering werd de naam van het café.
In 2004 werd de Kanis overgedaan aan de toenmalige bedrijfsleider. De compagnons waren successievelijk vertrokken en ook Cees was toe aan iets anders. De bedrijfsleider betrok er nog een vriend bij. Deze kregen snel verschil van mening. De resultaten werden zichtbaar. Voor wie zich dat nog herinnert: lang wachten tot je bediend werd.
Cees was intussen verder gegaan in Pakhuis Wilhelmina. Daar had hij een soort muziekcafé waar bandjes speelden. In 2011 keerde hij terug in de Kanis. Er werden nieuwe aandeelhouders aangetrokken. De verliezen van de vorige eigenaren werden overgenomen van Heineken, alle hardware (installaties, vriezers en koelkasten, bierleidingen) werd overgenomen, nieuwe apparaten aangeschaft en geïnstalleerd. Nu bestaat nog slechts de verplichting om pils van Heineken te betrekken, de rest van het bier wordt zelf ingekocht. De speciaal-biertjes vinden de meeste aftrek. Kookgelegenheid is ook in de huidige Kanis eenvoudig. Met de installatie van elektrische apparaten is er wel het een en ander verbeterd. Na een verbouwing van twee tot drie maanden ging de Kanis op 17 februari 2012 weer open.
In de loop der jaren hebben er meer dan 200 mensen in de Kanis gewerkt. De kindjes die ooit op de grote tafel speelden zitten nu in de bediening. Vaak is het hard werken. Cees vertelt dat rond 5 mei als het zeer druk wa,s het personeel kreunde dat het niet meer op de benen kon staan, overal spierpijn. ‘s Zomers is de drukke tijd, dan wordt het geld verdiend, ’s winters kan het best dicht. Gelukkig niet voor velen. Toen Cees nog cafées (de Koe en de Buurvrouw) in de stad had, kon hij makkelijk in de zomer personeel daarvandaan halen om in ze in de winter weer in te zetten in de stad.
Vele sappige verhalen passeren de revue. De karaoke-avonden op 30 december waren een groot succes en de zaak was dan stampvol. Met corona is dat opgehouden. Dan de Nieuwjaarsborrels begin januari. Daarvoor werden op Ameland verse Japanse mosselen geraapt. Met een groep mensen vertrok men naar het hotel van een vriend en oud-medewerker van de Kanis, at, sliep en dronk men, om de volgende ochtend vroeg in de bittere kou de mosselen te rapen. Daarna naar Amsterdam. De mosselen werd schoongespoten en op zondag gepresenteerd. De oesters van “Nam Cees”.
In de winter van ‘96–‘97 werd een schaatsbaan uitgezet in de ertshaven met koek en zopie in de Kanis. In de zomer als het heet was werden de tafels in kleine kinderbadjes gezet zodat je je voeten kon koelen, maar ook de wijn. Bij zeer warm weer in de zomer maakt Cees om tien uur ’s avonds een rondje langs de klanten om te melden dat de bar tien minuten dicht ging, waarna de voltallige ploeg medewerkers in het water dook om vervolgens geheel verfrist weer aan het werk te gaan. Ook dit heeft de krant gehaald. Op de verhoging werd toneel gespeeld. Op zondagmiddagen waren er jazz-optredens. Nu wordt er nog naar de wedstrijden van Ajax gekeken.
In de winter (tussen 1995 en 2004) werden er op de rustige zaterdagavonden ‘gastgekookt’ waar vrijwilligers een maaltijd konden maken voor hun vrienden en belangstellende klanten. Met al dan niet (kook)succes. De B&B klanten van de boten konden vaak bij de Kanis de sleutel en hun ontbijt betrekken. Bijzonder waren de keren dat de Kanis diende als stemlokaal. De avond van tevoren maakte Cees de stemhokjes klaar waar de volgende dag de mensen hun stem konden uitbrengen. ’s Avonds werden de stemmen geteld en de uitslagen gevolgd met een biertje of een glas wijn in de hand. Volgens Het Parool om die reden het leukste stemlokaal van de stad.
Er zijn misschien ooit twee vechtpartijen geweest. Dat komt volgens Cees doordat het eiland geen doorgangsgebied is. Oorspronkelijk was dit het ‘Verre Oosten’, het einde van de wereld. In de begintijd had de Kanis dan ook een inbraakalarm. De klandizie komt nog steeds voornamelijk van het eiland. Misschien verandert dit wanneer de Oostbrug er komt.
In de coronatijd is de Kanis langere tijd dicht geweest. Cees is zeer te spreken over de steun die er kwam van de overheid en De Key. De huur werd gehalveerd, het personeel werd via de NOW-regeling doorbetaald met steun van de overheid (het loon heeft Cees zelfs verhoogd om te voldoen aan de eisen) en van de tegemoetkoming vaste lastenregeling werd een deel belastingvrij vergoed. Dat was voor zijn zaak, volgens Cees, zeer ruimhartig. Tenslotte mag het terras nog een heel jaar met de steiger uitgebreid blijven.
Nu is de lol er een beetje af. Cees heeft 27 jaar volop genoten. De vennoten zijn een voor een afgehaakt. Een ging het onderwijs in, een ander kreeg een burn-out en woont nu in Drenthe, een derde doet nog steeds de was, een vierde werd kapitein op een rondvaartboot. Voor Cees was het ‘zijn kindje’ en bleef. Tot op 20 maart, dan houdt Cees er mee op.
Voorjaar 2022