Interview met Marc Redmeijer

Marc Redmeijer, een betrokken buurtbewoner, heeft een rol gespeeld bij verschillende initiatieven. Zo is hij de drijvende kracht achter KNSM Schoon, een maandelijkse schoonmaakbeurt van het eiland, en bood hij hulp aan toen vorig jaar de vluchtelingen uit Oekraïne arriveerden aan de Javakade. Samen met zijn vrouw en zoontje woont hij op een woonschip aan de Levantkade. We hebben met hem gesproken over zijn beweegredenen en ervaringen.

KNSM Schoon
“Mijn eerste ervaring met de maandelijkse clean-up, georganiseerd door De Eester, was erg positief. Ze wisselden de locaties af in het Oostelijk Havengebied, maar ik dacht: waarom doen we dit niet in onze eigen buurt?” Aldus Marc over zijn motivatie om, samen met zijn buurvrouw Ingeborg van Lieshout, KNSM Schoon in 2019 te starten. Dankzij De Eester konden ze grijpers en ringen regelen. “In het begin waren we een klein groepje. Soms stond ik daar in mijn eentje met al die grijpers, maar dankzij onze nieuwsbrief en mond-tot-mondreclame zijn we inmiddels gegroeid tot ongeveer 60 geïnteresseerden. Maandelijks krijgen we de hulp van een leuke groep van 8 tot 10 mensen tijdens de clean-up. In slechts één uur kunnen we het hele eiland schoonmaken. Aanvankelijk deden we het ’s middags, maar na overleg met de kerngroep hebben we besloten om ’s ochtends te starten. Nu komen we elke eerste zaterdag van de maand om 10:00 uur samen bij de Amphitrite fontein op de KNSM-laan.”

Wat Marc vooral belangrijk vindt, is dat deelname vrijwillig is. “We willen mensen aanmoedigen om eens mee te doen, maar het moet niet een verplichting worden. Dat is voor ons essentieel.” Tijdens de opruimacties komen ze verschillende soorten afval tegen. “We vinden veel verschillende soorten vuil, maar sigarettenpeuken zijn met name een probleem. Die zijn lastig te pakken met de grijper. Het is frustrerend, want peuken zijn extreem vervuilend. Ze zorgen keer op keer voor ergernis, en we vragen ons af wat we daarmee kunnen doen en welke rol de gemeente hierin kan spelen. Misschien moet er actie worden ondernomen op plaatsen waar veel peuken op straat liggen.”

Na afloop van de clean-up komen de buurtbewoners nog even samen in het park om na te praten. “We bespreken dan vooral buurtdingetjes en de meest opvallende vondst van de dag. Een tijdje waren dat vooral mondkapjes, maar nu zien we vaak hygiënische doekjes en tie wraps.” Soms komen ze ook grappige vondsten tegen, zoals een wc-bril of een volle pot augurken in de bosjes. Maar soms zijn de vondsten minder grappig, zoals onlangs een verontrustende ontdekking in het water bij Kanis. Marc beschrijft het als “iets vlezig, harigs en verpakt in een vacuüm zak.” Het was een alarmerende vondst die voor de nodige opschudding zorgde. “We hebben het eruit gehaald, maar de stank was verschrikkelijk. We hebben direct de politie gebeld, omdat we geen idee hadden wat het kon zijn.” De forensische dienst kwam ter plaatse om het mysterieuze object te onderzoeken. “Het was een heel gedoe, maar later belden ze ons om te melden dat het om normaal vlees ging, waarschijnlijk afkomstig van de slager. Je maakt wat mee!”

Wonen op een boot
Al zeventien jaar mag Marc het leven op een boot ervaren. De vraag die opkomt is: waarom heeft hij voor deze ongebruikelijke woonvorm gekozen? “Het begon allemaal toen ik een super leuke vrouw ontmoette die al op deze boot woonde”, vertelt hij met een glimlach. “Deze boot lag hier al toen mijn vrouw hem zo’n twintig jaar geleden overnam. Het eiland was toen al volledig ontwikkeld.”

Het leven op het water bevalt hem uitstekend, zo benadrukt Marc. “We willen hier nooit meer weg. Voor mij is dit echt het meest geslaagde stukje ‘nieuw’ Amsterdam. Het voelt als een echt stadsdorp, met geweldige mensen en leuke buren.” Op een gegeven moment speelde het idee om weer aan wal te gaan wonen, in dezelfde wijk. Maar al snel realiseerden ze zich dat ze op het vasteland nooit dezelfde kwaliteit van leven zouden krijgen als op hun boot, binnen hun budget. “Beter dan dit zouden we het niet vinden.”

Periodiek moet een boot uit het water gehaald worden, zo eens in de vijf of zes jaar, legt Marc uit. “Dan wordt gecontroleerd of het staal nog dik genoeg is en of de boot dus waterdicht is. We brengen de boot dan naar een scheepswerf en afhankelijk van wat er moet gebeuren, zijn we ons huis even kwijt. Tijdens die periode verblijven we op andere plekken.”

Opvallend is de unieke ervaring van het kunnen staan onder je eigen huis, terwijl deze zich op de werf bevindt. “Het is iets wat je nooit zult meemaken als bewoner van een appartement of een regulier huis”, merkt Marc op. “Het is een indrukwekkend gezicht om onder zo’n gigantische constructie te staan. Het schept een speciale band, ook met de buren. Ze vragen altijd of ze kunnen helpen wanneer we naar de werf gaan.”

Marc en z’n gezin hebben goed contact met mede bootbewoners, er worden vaak verschillende ‘boot’ onderwerpen besproken, waaronder verduurzaming. “Hoewel we genieten van het comfort van een woonhuis, moeten we erkennen dat onze isolatie nog niet voldoet aan de huidige normen”, legt hij uit. “De woonkamer is goed geïsoleerd, net als de slaapkamer, maar er is bijvoorbeeld een kast in de slaapkamer die lekt. Duurzaamheid is natuurlijk een actueel onderwerp waar we mee bezig zijn.”

Stedelijke ontwikkeling
“Dit is een gouden plek” zegt Marc over zijn buurtje. “We hebben hier alles wat we nodig hebben binnen handbereik. De omgeving en de diversiteit aan bewoners zijn fantastisch”, vertelt hij enthousiast. Hij wijst bijvoorbeeld op Loods 6, het creatieve hart van de wijk, dat gelukkig behouden blijft.  Maar er is volgens Marc wel ruimte voor meer diversiteit in de strip, doelend op de winkels en galerijen langs de kade. Hij herinnert zich een ouder plan om van de hele Veemkade tot en met Sissy Boy een levendige boulevard te maken, met winkeltjes en terrasjes. Helaas is daar niets van terechtgekomen, vooral nadat de nieuwe pakhuizen zoals Argentinië werden gebouwd. Marc betreurt de huidige beperkte diversiteit op de Veemkade en de afgesloten begane grond van de nieuwe pakhuizen en woongebouwen. “Het is jammer, want de Veemkade had beter gekund.”

Er waren echter wel ideeën om diversiteit aan de waterkant te bevorderen. Marc herinnert zich een thema-avond georganiseerd door de ondernemersvereniging van Brazilië, die plaatsvond in het fascinerende Lloyd Hotel. “Ik was daar samen met een buurman”, vertelt hij. “Maar het bleek dat er veel tegenwerking was. Men wilde alles behouden zoals het was. Mensen hebben over het algemeen moeite met verandering.”

Toch is één ding zeker: verandering is onvermijdelijk en niet te stoppen. Volgens Marc moeten we gezamenlijk kijken hoe we deze verandering vorm kunnen geven. “Met weerstand en tegenstand komen we nergens en staan we stil”, benadrukt hij. Hij is verheugd te melden dat de brug vanaf het Azartplein er waarschijnlijk toch gaat komen, een positieve en noodzakelijke ontwikkeling in de groeiende stad . “Ik maak dagelijks gebruik van het pontje naar mijn bedrijf ‘de Werkplek’ in Noord, en ik geniet er echt van. Noord is ontzettend leuk. Er gebeurt van alles, er heerst veel creativiteit en er zijn interessante rafelrandjes. Ondanks dat ik geniet van het pontje is het belangrijk om Noord bereikbaarder te maken”

Maar Marc maakt zich wel zorgen over de snelle groei van de stad, neem het Hamerkwartier gebied, waar momenteel vooral de nadruk lijkt te liggen op marktwerking en grondprijzen en er weinig ruimte is voor initiatieven zoals de Verbroederij. Hij vraagt zich af in hoeverre dit zal resulteren in aangename buurten zoals het KNSM-eiland. “Eigenlijk kunnen ze veel leren van deze wijk. Hier wonen veel mensen prettig op een beperkt aantal vierkante meters, en het gaat goed”, merkt hij op. Hij verwijst naar iconische voorbeelden zoals de Steltloper en het pontje op Sporenburg, waar aanvankelijk veel weerstand tegen was. “Mijns inziens zijn de voorspelde verkeersinfarcten en ellende uitgebleven. Maar laten we wel blijven luisteren naar de buurtbewoners die ‘wel’ overlast ondervinden van deze veranderingen.”

Oekraïense vluchtelingen
“Het begon toen bekend werd dat er een boot voor vluchtelingen op het Java-eiland zou komen,” herinnert Marc zich. “Een buurman stuurde me een bericht in een appgroep zodra de boot arriveerde. Hij was gevraagd om wat klussen te doen en vroeg of er iemand kon helpen.” Nieuwsgierig naar de hulpbehoeften, besloot Marc langs te gaan en te vragen waar ze hulp bij konden gebruiken. Daar ontmoette hij iemand die aangaf: “Het zou fijn zijn als de hutten schoongemaakt worden.” Marc voelde de drang om iets te doen en zette zijn lokale netwerk in beweging. Samen met ongeveer 20 buurtbewoners maakten zij in een paar uur de hutten schoon. “Het gaf me een goed gevoel om iets te kunnen betekenen voor de vluchtelingen,” zegt hij tevreden.

Marc besefte al snel dat er meer hulpvragen zouden volgen vanuit de opvang. Hij bracht geïnteresseerde buurtbewoners samen in een appgroep om buurtgerichte hulp aan te bieden. Deze appgroep groeide uit tot een gemeenschap van ongeveer 600 buurtbewoners die bereid waren om op verschillende manieren te helpen. “We hebben met z’n allen veel hulp kunnen bieden,” zegt Marc. “Van activiteiten voor de kinderen, zoals skatelessen en Engelse lessen tot het inzamelen van meubels en benodigdheden voor persoonlijke hygiëne. De respons van de buurt was hartverwarmend. We hebben de organisatie in het begin veel werk uit handen kunnen nemen, maar helaas was het niet altijd mogelijk om alles te organiseren vanwege regelgeving of andere beperkingen.”

Uiteindelijk heeft Marc het beheer van de appgroepen overgedragen aan “de Regenboog groep”, de organisatie die verantwoordelijk is voor de opvang van vluchtelingen. “Laten we hopen dat de oorlog snel voorbij is,” zegt Marc.

“Ik ben oprecht verliefd en trots op deze buurt. Ik zou niet weten waar ik liever zou willen wonen. Ik hoop dat we daar met z’n allen tot in lengte van dagen van mogen genieten, inclusief alle veranderingen,” besluit hij hoopvol.

Marc’s betrokkenheid bij de hulpverlening aan Oekraïense vluchtelingen en de solidariteit van de buurt laten zien hoe gemeenschappen kunnen samenwerken en steun kunnen bieden in tijden van nood. Het is een inspirerend voorbeeld van hoe mensen zich kunnen verenigen en hun krachten kunnen bundelen om anderen te helpen.